VI.
Gezellige avonden.
De avonden verliepen niet min genoeglijk dan de dagen. Dan vereenigen zich al de gasten in de gemeene zaal. De dames spelen piano, zingen en werken. Ieder vertelt van de uitstapjes van den dag, verhaalt van zijne ontdekkingsreizen.
Mevrouw Stuyp en Jetje doen meestal niets dan thee drinken in den tuin, tapisserie borduren en op den boord van Grafenwerth zitten, waar Jetje de voorbijgaande stoombooten afwacht, zich door de baren laat verrassen, en tot groot verdriet van Ma, met natte kousen naar huis komt.
De geleerde uit Berlijn raapt steentjes, zoekt schelpjes verzamelt keitjes, waarover hij in 't oneindige redeneert en alle soort van leerstelsels voordraagt, waartegen Frau Gerichtsräthinn in bedenking brengt, dat al de wetenschap nooit meer over de schepping en de vorming der aarde zal leeren dan er in den Bijbel geschreven staat en haar Domine voorpredikt, terwijl de tantjes zich meestal bepalen den steenweg een beetje op te wandelen ter oorzaak van lieben neef Dietrich, voor wien het stijgen te anstrengend en het klimmen te voormoeiend mocht wezen.
In tegendeel zijn de vreemde lotgevallen en wonderlijke avonturen van Fräulein Schmetterling ontelbaar. Zij heeft er zeker één, soms twee per dag.
Dan is haar ezel op den loop gegaan, heeft de stad in wilden galop doorgerend, totdat een ridderlijke jonker zich voor het stormende dier wierp, haar van eenen gewissen dood redde, en reeds verdwenen was, voordat zij hem kon bedanken.
Een andermaal verdwaalt zij in 't somber woud. - Nergens meer een uitweg - niets dan de blauwe hemel en het donken bosch - de echo herhaalt hare bange kreten, het gekras der vluchtende kraaien antwoordt alleen op hare stem. Op eens