Schwester,’ zegt de oudste, ‘zouden wij de reis durven wagen voor hem?’
Gnädige Schwester schudde bedenkelijk het hoofd.
‘Heeft u hem niet hooren hoesten dezen nacht?’
‘Dat eigenlijk niet,’ antwoordde de jongere, ‘maar ik mag toch niet verzwijgen, dat ik hem driemaal heb hooren niezen; doch toen ik op zijne kamer kwam, was alles weder stil, de adem rustig en de pols regelmatig.’
‘Kom, 't zal den jongen goed doen wat geschud te worden,’ bracht de Duitsche professor in.
‘Dit is ook mijne gedachte,’ pinkte de gastheer.
‘Meent gij het waarlijk, Herr Doctor?’ vroegen de tantjes.
En daar Herr Doctor, die alle morgen den dikken Dietrich moest polsen, voelen en ausculteeren, verzekerde, dat men zonder vrees mocht wezen, besloten de gezusters door twee zulke eerbiedwaardige autoriteiten gesterkt, deel te nemen aan de reis.
Alleen het punt: waarheen? bleef nog te beslissen, en daar herbegon de strijd tusschen de twee moeitjes wat eigenlijk het best zou wezen voor hem: het landelijk schoon of de wereldsche weelde, de natuur of de kunst, Laachersee of Godesberg?
Maar toen zij vernamen, dat men voor Godesberg twee uren moest varen op den Rijn in een klein schuitje, stemden zij eenparig voor het plan van den professor.
Het stond gelijk - vier stemmen tegen vier.
Dietrich had nog de zijne en kon beslissen. Wij vroegen aan de tantjes de toelating om, met voorzichtigheid en zonder nerven-storing, de gedachte van den Freiherr te mogen raadplegen.
Van zijne zijde volgden polka's en walsen zich in afwisselende rij op het vensterraam en Neeflief scheen het eerste woord niet te weten van hetgeen rondom hem omging.
Na ons driemaal de vraag te hebben doen herhalen, en ons met glazige oogen te hebben aangekeken, draaide hij zich eindelijk om, rekte de armen uit en zegde al geeuwend ‘'k zou wel 'nen willen keer zwemmen.’ Wij barstten in lachen uit, en de tantes verbleekten van angst en schrik bij de enkele gedachte haren Dietrich in 't water te zien. Uit den Freiherr was geen antwoord te krijgen.
De stemmen bleven gelijk, en de quaestie onopgelost.
Toen liet zich op eens een druischend gerucht hooren.