12. Lichtenberg, einde september 1951.
Zijn eerste prozaboek is verschenen. Maar hij schrijft nog verzen, in het geheim. Ik ken hem en ik weet dus dat hij zijn latere gedichten nooit zal publiceren. Hij wil geen prins meer zijn. Hij is ontzettend bang voor de genade van het vers. Soms, wanneer hij dagenlang naar Amsterdam is, ruim ik zijn kamer op. Ik maak de volle asbakken schoon, ik breng de lege wijnflessen naar de kelder. Zijn schrijftafel verraadt nooit iets. Hij bergt zijn papieren nauwkeurig op. Hij had gisteravond laat gewerkt en hij vertrok vanmorgen vroeg naar Freiburg im Breisgau. Op zijn