1. Lichtenberg, mei 1948.
Wij zijn terug uit Saint-Sardos. Het dorp had geen hotel maar onze vrienden hadden gezorgd voor een goed onderdak. Mark en ik logeerden bij een weduwe die de beste kamers van haar huis voor ons beschikbaar had gesteld. Wie gelukkig is geniet van alle dingen. Wij sliepen in een reusachtige slaapkamer met kersehouten meubels. Mark deed dwaas met het hemelbed en met mij.
Pas nu wij terug zijn in Lichtenberg, denk ik aan een paar dingen die wij daarginds volkomen over het hoofd hebben gezien. (Mark ook of ik alleen? Ik kan hem zulke dingen nog niet vragen. Ben ik zo onervaren of ben ik niet gewend oprecht te zijn? Op papier kan ik in elk geval mijn terughoudendheid laten vallen.) Vraag 1.: heeft onze gastvrouw zich verwonderd over de omstandigheid dat haar lakens smetteloos bleven? Vraag 2: wélke dag vieren wij later als onze trouwdag?