Charles Beltjens herdicht(1991)–Hans Berghuis, Frans Budé, Leo Herberghs, Wiel Kusters– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Nox Na jaren keerde hij terug. Verloren zoon. Geen kalf werd er geslacht. Geen feestmaal. Vier Heemskinderen, zijn broers, zorgend voor hun moeder zagen hem niet eens staan. Zo'n vreemdeling, nietsnut, voor zijn bestaan nooit iets gedaan. Het stadje zelf? Worgend klein. Zijn moedertaal sprak op een toon die hem tegenstond. Victor Hugo's woord verschrompelde tot herinnering, verbittering. Soms kwam hij langs de Engelenhof, grote tuin van Isabelle. Geen viool speelde, door de poort klonk nooit een welkomstlied. Mocht hij er dood neervallen, dan kreeg hij hoogstens nog een graf in de hoek van ongelovigen. Dat hoort hier zo. Aurora Nox geworden, zonsopgang nacht en straf. 02.03.90 Vorige Volgende