Dichten en spelen van Jan van den Berghe
(1950)–Jan van den Berghe– Auteursrecht onbekend
[pagina 57]
| |
V Refereyn
Ga naar margenoot+Hoort, alle die benaut in tswerelts foreest || leeft,
Int vleesch dangireus, waerdeur uwen gheest || beeft,
Belast synde met veel swaer Ranckeuren,
Ga naar voetnoot3
Al eest dat ghy swaermoedich int sondich tempeest || sneeft,
Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Deur tswerelts aencleven, die u sulcken keest || gheeft
Ga naar voetnoot5
Midts dingheboren werck in onser natueren:
En wanhoept nyet, roept Christum / troost zal u gebueren.
Weet dat hy warachtich es en goederthieren,
Betrout syn beloften vol zoeter geuren,
10[regelnummer]
Aenmerckt syn lieffde, syn jonstich crijieren.
Ga naar voetnoot10
Hy roept u / hy lockt u / in veel manieren /
Clopt, spreckt hy / ghy wert in gelaten /
Soeckt / ghy sult vinden / vreest gheen dangieren /
Bidt, men sal u gheven volle maten.
15[regelnummer]
Dus, broeders, nempt dit confoort tot uwer baten,
En wilt in u bangicheyt nyet verflouwen;
Ghy sult vertroost worden uuyt charitaten:
Hebt in Christus' beloften een vast betrouwen /
Werdt u conscientie deur t'svleeschs bedwanck || cranck
20[regelnummer]
Benaut, en dat duchten in u heeft bevanck || stranck,
Ga naar voetnoot20
Om dat de sonden in u domineren,
En vreest nyet, al gaeydij den rechten ganck || manck,
Ga naar voetnoot22
Maer bidt Christum die u der genaden dranck || schanck,
Die salse verstroyen die u tempteren.
25[regelnummer]
U gebedt en sal hy nyet refuseren;
Hemel, eerde, es vol van syn bermherticheyt.
En wilt in syn beloften nyet murmereren,
Ga naar voetnoot27
Maer verwacht den troost die hy u heeft toegeseyt.
Goetheyt, genade es Christus' proprieteyt;
30[regelnummer]
Hy heeft u [v]erlost met syn bloet onsachtich.
Ga naar voetnoot30
Al hebdy als tverloren kindt lange gebeyt,
Keert weder, hy sal uws syn gedachtich /
Ga naar margenoot+Al dunckt u dat ghy syn genade crachtich
Grootelyck misbruyckt hebt deur tsondich ontfouwen,
Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Thoont leetschap, troost suldy vinden warachtich.
Ga naar voetnoot35
Hebt in Christus' beloften een vast vertrouwen /
| |
[pagina 58]
| |
Meyndy, die u verlost heeft deur syn wonden || root,
Dat hy u sal verdoemen om u sonden || groot?
O neen / syn genade es veel te rycke;
40[regelnummer]
Al oordeelt u die wet tot veel stonden || doot,
Ga naar voetnoot40
Begheert als tcananeeus vrouken der honden || broot,
Ga naar voetnoot41
Syn bermherticheyt en sal u slaen gheen swycke.
Ga naar voetnoot42
Hy die u hem selven heeft gemaeckt gelycke,
En sal dwerck synder handen nyet versmaden,
45[regelnummer]
Want daerom es hij comen in dit dal van slycke,
Den last te draghen die ons hadde verladen.
Ga naar voetnoot46
Dus broeders, vliet tot Christum, den troost der genaden,
Soe en sal u de rechtveerdicheyt Godts nyet crincken,
Want hy spreckt: wy dat sucht voer syn misdaden,
Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Ick en salse inder eeuwicheyt nyet gedincken.
Kendy dat u zonden voer Godts aenschijn stincken,
Ga naar voetnoot51
Die kennisse compt u doer tgoddelyck aenschouwen.
Ga naar voetnoot53
Daerom, broeders, sal troost in u herte sincken,
Hebt in Christus' beloften een vast betrouwen /
Prince
Al sydij benaut, hebt gheen vaer || swaer,
60[regelnummer]
Betrout op Christum, tgoddelyck pylaer || claer,
Die u verlost heeft van tsondich bederven,
Sonder u verdienste / daer en volght gheenen maer || naer.
Leest syn goddelyck woordt / ghy vindt openbae || daer
Dat hy om den sondaer alleen wilde sterven,
65[regelnummer]
Op dat wy deur syn doot souden dleven erven
Als broeders tsamen by Godt den vadere.
Daer toe roept hy noch soe menich werven:
Compt tot my die belast syt allegadere,
Ga naar margenoot+Ick ben een fonteyne, een levende adere,
Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
Ick sal u vertroosten, in u allendich mesval.
Ga naar voetnoot70
Al comdy inden wyngaert spadere
Dan dandere / ghy sult loon hebben van al.
Ga naar voetnoot71-72
Merckt Petrus, Paulus, ja tes sonder getal,
Ga naar voetnoot73
Dat al sondaers waeren en bleven behouwen.
75[regelnummer]
Prince, den gheest der waerheyt u oyck troosten sal:
Ga naar voetnoot75
Hebt in Christus' beloften een vast betrouwen /
finis
per vanden berghe.
|
|