Dichten en spelen van Jan van den Berghe
(1950)–Jan van den Berghe– Auteursrecht onbekendRefreinen uit het handschrift MichielsIV Refereyn
Ga naar margenoot+Geluckich en salich is die partuere
Ga naar voetnoot1
Wiens houwelijck beghint inde vreese Godts puere,
Als Abraham en Sara by een syn versaemt;
Ga naar voetnoot3
Maer die daer versamen als beesten stuere
5[regelnummer]
Alleen om te blusschen haer vleesch en natuere,
Over dese heeft macht den duyvel gevaemt,
Ga naar voetnoot6
Die de seven mans van Sara ter doot heeft gepraempt,
Ga naar voetnoot7
Als int boeck Tobie ons staet gescreven.
Ga naar voetnoot8
Heer bruydegom, vrouw bruyt, dit u nyet en betaemt /
10[regelnummer]
Al[s] Isaack en Rebecka wilt na Godts weth leven.
Siet wat exempel u Tobias sal gheven,
Ga naar voetnoot11
Dat den Engel Raphael hem heeft geleert.
Eer dat ghij sult u bruyt uuyt lieffden aencleven,
Tot waecken en gebeden u ierstmael keert,
15[regelnummer]
Dan sal Godt door u geslachte worden geeert,
Gelyckmen van verscheyden in den bijbel bevindt.
Ga naar voetnoot16
Salich ist houwelyck dat met Godt beghint.
| |
[pagina 55]
| |
Aensiet hoe Tobias en Sara begonden,
Den houwelycken staet in Godts vreese bestonden,
Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
En hebben salighe kinderen geprocreert.
Oyck Jacob en Rachel, na scriftuers oerconden,
Helcana en Anna hebben gratie gevonden
Ga naar voetnoot22
En Samuel den prophete gegenereert.
Dus, heer bruydegom / en vrouw bruyt, ist dat ghy begeert
25[regelnummer]
Dat Godts benedictie aan u sal beclyven,
Siet dat ghij in Godts vreese persevereert,
Soe sult ghy vruchtbaer syn, na Davidts scryven,
U kinderen sullen staen als planten van olyven,
Ga naar voetnoot28
Gedienstich aen u tafel tot uwer baet.
30[regelnummer]
En ist nyet lieffelyck voer mannen en wyven
Die alzoe leven inden houwelycken staet?
Tis een eertsch paradys vol welden delicaet,
Ga naar voetnoot32
Daermen hier namaels het eeuwich leven me wint.
Salich ist houwelyck etc.
35[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ist dat u houwelyck in Godts vreese geschiet,
In al u hanteringhe na des heeren bediet,
Ga naar voetnoot36
Sult ghy geluckich en voerspoedich wesen;
Godts benedictie sal u vergeten nyet,
Gelyckmen dagelycx gebeuren siet
40[regelnummer]
Al die wandelen in Godts weth gepresen.
Heer bruydegom, vrouw bruyt, siet dat ghy desen
Houwelycken staet onderhout soe Paulus vermelt,
Want hy is een groot Sacrament uuytgelesen,
Van Godt int aertsch paradys in gestelt.
45[regelnummer]
Ghy die met den bant der lieffden by een syt gewelt,
Ga naar voetnoot45
Nu een geworden zyt onder u beyden,
Gelyck den Apostel Matheus vertelt,
Ga naar voetnoot47
Gheen mensche ter werelt en mach u scheyden.
Begeerdy een vreedsamich leven te leyden,
50[regelnummer]
Blyfft inde lieffde die alle dinck verwint.
Salich ist houwelyck dat met Godt beghynt.
Men leest inden iersten brieff totten Corinthen claer,
Oyck totten Ephesien staet openbaer,
Hoe datmen het houwelyck sal onderhouwen.
55[regelnummer]
Die vrouwe sal lieff hebben haren man voorwaer,
Hem onderdanich zijn als haer heere eerbaer,
| |
[pagina 56]
| |
Om dat den man is het hooft der vrouwen.
Den man sal oyck lieff hebben sonder vercouwen
Ga naar voetnoot58
Syn eygen huysvrouwe en anders gheene,
60[regelnummer]
Gelyck Christus bemindt heeft, soomen mach aenschouwen,
Syn heylighe Kercke, haer maekende Reene.
Alzoe. seyt Paulus, sal den man certeene
Syn huysvrouwe beminnen uuyt caritaten,
Want ghy twee nu geworden syt eene
65[regelnummer]
Door dat sacrament des houwelycx, groot boven maten,
Daerom sal een mensche vader en moeder verlaten.
Met een geduerighe lieffde malcanderen bemint:
Salich ist houwelyck dat met Godt beghint.
Prince
Heer bruydegom en vrouw bruyt, hieraen sult ghy leeren,
70[regelnummer]
Op dat u versaminghe sy tot Godts eeren,
Ga naar voetnoot70
Gelyck als kinderen der heyligen, na Tobias vermaen.
Dan sal Jesus u gast syn, den heer der heeren,
Hy sal u water in wyn verkeeren,
Gelyck hy in Cana Galileen heeft gedaen,
75[regelnummer]
Alsmen uuit Johannes int tweede gescreven [siet] staen;
Daer geschiede die bruyloft na Godts behaghen.
Begeerdy oyck blysschap voor druck te ontfaen,
Hebt Godt voor ooghen alle u daghen.
Twist en tweedrachticheyt wilt van u verjaghen,
80[regelnummer]
Soe sal Godt in u blyven en ghy in Godt.
Hy sal gestadich sorghe voer u draghen,
Ist dat ghy leeft nae syn heylich gebot.
Somma ten lesten, dit is het slot
Ga naar voetnoot83
Van desen sluytreghel, dat wel versint:
Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
Salich ist houwelyck dat met Godt beghint /
finis per Vanden Berghe
|
|