Het litteken van Odysseus(1956)–Herman van den Bergh– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Even, een zonnestraal Herdenkend Romano G. Even, een zonnestraal die ons verbond een lauwe straal tussen de heuveltoppen - de druppel van je naam tegen den einder maakte de najaarsmorgen van kristal. Nu gutst de regen uit verwoeste hemel en zet mijn muildier toornige oren op; en rijdend boven puin, boven het wrakhout der jaren, tekent 't denken de omtrek uit van onze wereld, schoon alleen waar ze eindigt temidden nieuwe dingen ons verborgen, schoon louter naar 't geloof, want wat wij zagen was stof en onorde, was boze lucht die smetting lei op het gebelgde vlees: de geest, verbaasd, raakt ongewis de schaduw, draait om elk voorwerp heen en aarzelt niet maar maakt ook dit mishandeld dal tot 't zijne, hervindt de plaatsen zoet door de gewoonte. Een troost dit, in den droom en door de raadsels Romano? - hachelijke reis is de onze in 't duister, maar wij moeten ze volbrengen, reis naar de diepte die geen antwoord heeft en, zo geen heil, althans symbolen biedt of zelfs die niet, een weg toch naar 't betreuren, hoefsporen heugenis, weefwerk van tekens die 't leven onderschragen, het ontcijfren met hun vergrijsd geduldig alfabet. Even, een zonnestraal van jou tot mij en de stem die je had, Romano, op aarde begint weer drupsgewijs in mij te bloeden een dunne wasem op de herinnering - en wat ze jou verwijt, dat is je dood. Vorige Volgende