Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2
(1976)–Willem Bentinck– Auteursrechtelijk beschermd1 oktober 1751De Prins moet recommanderen de heele wetGa naar voetnoot1), zooals voorleden jaar geschied is. Dat moet geschieden in het begin van december, soo als voorleden jaar. De Prins moet op deselve tijd recommandeeren een heer tot Generaliteits Rekenkamer en een tot de | |||||||
[pagina 620]
| |||||||
nieuwe Hollandsche RekenkamerGa naar voetnoot2). De heer van BleiswijkGa naar voetnoot3), president burgemeester, diende gesondeert te werden of hij ook sin soude hebben in een van die twee commissien. Als Bleiswijk declineert, dan diende de heer van Schuilenburg hetselve aangeboden te werden. Als alle beijde bedanken hetselve te presenteren aan Adriaan van der GoesGa naar voetnoot4), die actueel regerend burgemeester is. En dan aan Q. de VeerGa naar voetnoot5). N.B. in het jaar 1749, kort na mijn vertrek na Wenen, is door mijn broeder uit naam van S.H. aan den heer W. van BleiswijkGa naar voetnoot6) toesegging gedaan, dat als hij van de commissie in de Admiraliteit desisteerde in faveur van Verschoor, hij, W. van Bleiswijk, in het jaar 1750 de recommandatie van S.H. soude hebben om in het jaar 1751 als burgemeester te fungeren. Ingevolge van hetwelk Bleiswijk in faveur van Verschoor van de commissie heeft afgesien en in plaats van volgens belofte burgemeester te werden, is gem. heer van Bleiswijk uit schepensbank, daar hij 10 jaren geseten had. En om die reden, namentlijk om S.Hs. belofte stand te doen grijpen, dient de bovengem. schikkingGa naar voetnoot7). Dient gepondereert te werden of aan den heer van Hogeveen niet behoorde te werden gepresenteert een van die twee commissien ingeval, dat A. van Bleiswijk, Schuilenburg en De Veer niet accepteerden. En in geval alle de regeerende burgemeesters benevens Schuilenburg de commissie weigerden, dan een van die twee commissien te presenteeren aan W. van Bleiswijk. | |||||||
[pagina 621]
| |||||||
Drie 40. plaatsenGa naar voetnoot8) vacant.
|
|