Briefwisseling en aantekeningen. Deel 2

[p. 115]

394
H. Fagel aan Willem Bentinck

[B.M., Eg. 1736]

Den Haag, 25 juli 1748

Monsieur de Catwijck vous informera, monsieur, de tout ce qui s'est passé ici mieux que je ne suis en état de vous l'écrire. C'est une grande affaire, que le rapport touchant le moyen de remplacer les fermes ait été conclu selon le sentiment du Prince et que l'article de la promte exécution ait été à S.A.¹⁾.

Dès que je pourrai avoir une copie du rapport, je vous l'enverrai. Comme la présence de monsieur De Borssele sera absolument nécessaire en Zélande²⁾, le Prince m'a ordonné de lui écrire qu'il fera bien d'y aller, en prenant sa route par La Haye.

(Indien Bentinck denkt, dat het verdrag binnen weinig dagen gesloten zal worden, mag hij Van Borsselen er nog vier à vijf dagen houden).

1) Deze resolutie in Ned. Jb. 1748, p. 670.

2) Ook in Zeeland was enige aktie tegen de pachten ontstaan. Derhal ve moesten de Staten van Zeeland hieromtrent een beslissing nemen, waarbij Van Borsselen als representant van de Eerste Edele aanwezig moest zijn. Hij kwam 17 augustus te Middelburg aan. Zie ibidem, p. 611 vlg., 737, 879.