Briefwisseling en aantekeningen. Deel 1

CCLXXXIX.
Laurens van der Meer aan W. Bentinck.

[B.M., Eg. 1745.]

Rotterdam, 9 Maart 1748.

Zoo immediaet ben ik alhier gearriveerd en heb mij aenstonts geinformeert, of het versoek en de Publicatie betreffende het Ervstathouderschap in de mannelijke en vrouwelijke linie geschiedt was, maer daer is niets van gevalle. Sommige hebben de Borgemeesteren gefeliciteert met de jonggebooren Prins, maer het was Borgemeesteren naulijks de pijne waert daer op te antwoorden, veel min te bedanken. Hier uyt kan U Hoogeedelheit sien, dat tusschen het Beloove en Volbrenge eene groote verschil is.