Briefwisseling en aantekeningen. Deel 1
(1934)–Willem Bentinck– Auteursrecht onbekendZutphen, 21 Febr. 1748.Hoogh Graaflijcke Excellentie, Alsoo op heden de lijsten van de GemeensluydenGa naar voetnoot1) soo wel als van de Burgemeesters deser stadt aen sijn Doorlughtige Hoogheijt overgesonden worden, soo hebbe de eere U Excellentie daer omtrent te informeeren als dat door en uijt die Gemeensluyden verkoren worden twe Kerckmeesters van St. Walburghs kercke, die mede te gelijck ...... (onleesbaar) van het Gasthuys zijn, welke kerckmeesters in vroeger tijden altijt in het collegie der Gemeensluyden gepresideert hebben. Dewijl het nu aen sijn doorlughtige Hoogheyt staet niet alleen die presente gemeensluyden te continueren oft te bedanken maer oock de ordre en rangh in dat collegie nae welgevallen te reguleren soo soude U Extie. nu de saaken in dier voegen kunnen beschicken, dat die kerckmeesters voorgemelt weder na ouder gewoonte boven | |
[pagina 374]
| |
aen en soo tot presidenten van die gemeensluyden wierden gemaeckt; het welck van dat effect soude wesen dat ick als de oudste kerckmeester, en die die post reets sedert den 5 Maert 1727 bekleedt hebbe, aldaer soude moeten presideren; in welken geval U Extie. aldaer, sonder ijmants weeten, alles nae welgevallen soude kunnen doen proponeeren. Dogh inval het bij dese gelegentheit sijn doorlughtige Hoogheyt moghte behagen eenige veranderingen in de Magistraet deser stadt te willen maken, soo neme de vrijheijt mijn persoon tot vervullinge van soodaene vacant te verklarene plaats te recommenderen, met versekeringe dat U Extie. in dat geval een getrouwen dienaer en agent aen mijn sal vinden, soodaenigh oock dat ick noyt lijden soude, dat in saaken van politie oft finantie eenige resolutie genomen wierde, voor en all eer ick van U Exties. intentie geinformeert was. Eyndelijck neme mede de vrijheyt hier nogh bij te voegen dat dit de vierde brieff is, die ick de vrijheyt genomen hebbe aen U Excellentie te schrijven, sonder dat ick versekert ben dat de selve de eere gehadt hebben op sijn tijdt en ongevitieert in handen van U Excellentie te geraken, weshalven dan oock verhope dat mijn versoeck om daer omtrent door een van U Exties. minste bedienden g'informeert te zijn niet qualijck bij U Extie. sal opgevat noghte geduydet worden...... |
|