Briefwisseling en aantekeningen. Deel 1

CCLXXVIII.
E. van Eck aan W. Bentinck¹⁾.

[B.M., Eg. 1745.]

1) Het volgende stuk geven wij, omdat het laat zien, hoe wonderlijke schikkingen ook onder het stadhouderlijke bewind mogelijk waren.

Tiel, 17 Febr. 1748.

Project, waar na mogelijck de Heer van Altena ten faveure van mij de Regeringe soude willen desisteeren.

1^o.	Soude (versta: ik zou) sijn Ed. rembourseren de jaarlijcksche tractemente en emolumenten, soo (versta: welke) in 't generael yder lidt van de regeringe profiteert;
2^o.	soo met commissie wierde voorsien, die ƒ 500 gln. rendeerde, neme aen gedurende deselve, inplaats van d'ordinaire opkomsten der Regeringe, te betaelen ƒ 400 gln.;
3^o.	inval ick mogte komen te sterven, sullen mijne Erffgenamen jaarlijcks uyt tellen ƒ 300 gln. gedurende het leven van bovengen. Heer;
4^o.	welke ƒ 300 gln. door mij ook betaelt sullen worden, inval ick door eygen beweginge de Regeringe quam te verlaten;
5^o.	sal dit engagement vervallen, soo ick door Sijn Hoogheijd uijt de magistrature mogte uytgeworpen worden.