Kermis-tafreeltjes, in geëtste kunstplaatjes, op boert- en ernstigen dichttrant beschreven, tot nut en vermaak voor kinderen van allerlei ouderdom(1810)–C.F. Bendorp– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina t.o. 17] [p. t.o. 17] DE KOEK - KRAAM. [pagina 17] [p. 17] De koekkraam. O Vrijers, in uw zondags pakjes, Die vol en zoet te kermis gaat, En Meisjes in haar beste jakjes Zoo fier komt leiden langs de straat; Weest welkom, welkom, als voor dezen: Bij mij is 't puikje, beste maats, schoonhoofsche piet, alom geprezen; Hier staat hij op zijn oude plaats. Fonteinkoek, lekker, maisch en geurig, Daar Amsterdam voor zwichten moet; Ook heiligmaker heb ik keurig, Als suiker en als kruid zoo goed. Kom, bastiaan, uw inclinatie Krijgt lust, ik zie het aan haar neus [pagina 18] [p. 18] Koopt haar een pondje speculatie, Of Zeeuwsche rotjes, naar heur keus, Of hebt gij lust om eens te hakken, Zie hier een wereld van een koek: Voor knupplen is hij ook gebakken; Gij kunt hem winnen, zijt gij kloek. Koek; koek is 't ware, hupse boeren; 't Is echte vaderlandsche kost. Die op zijn tijd weet koek te voeren Wordt steeds van veel bezwaar verlost. Vorige Volgende