Kermis-tafreeltjes, in geëtste kunstplaatjes, op boert- en ernstigen dichttrant beschreven, tot nut en vermaak voor kinderen van allerlei ouderdom(1810)–C.F. Bendorp– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina t.o. 15] [p. t.o. 15] DE HONDEN-DANS. [pagina 15] [p. 15] De hondendans. Arme hondjes, moet gij dansen, Op uw achterpootjes gaan; Huppelen, als vlugge Franschen, Met uw apenrokjes aan!... Tracht u pasjes wel te maken Op het doedelzaks-gepeep; Houdt de maat voor alle zaken, Anders krijgt gij met de zweep. Dat gaat loflijk; boer en heeren, Vrijers, vrijsters, oud en jong, Die u tripplen zien of keeren, Zijn voldaan op elken sprong. Stomme diertjes, 'k moet u prijzen, Dat ge uw best zoo lustig doet; [pagina 16] [p. 16] Nu zal elk u gunst bewijzen, Duitjes werpen in den hoed. Wint gij voor den Baas genever, Koek en koffij voor zijn wijf, Dan verkrijgt gij kuit en lever, Voedsel voor uw mager lijf. Jongelingen, die het voorbeeld Van dees arme hondjes ziet, En het licht als laag veroordeelt; Zijt gij wijs, veracht het niet. Immers, om het sobre kostje Dient er thans al veel gedaan; Die niet ijvert op zijn postje, 't Zal hem zeker slecht vergaan. Vorige Volgende