Proeven voor het verstand, den smaak en het hart(1790)–Jacobus Bellamy– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 183] [p. 183] Het leeven van Cilie. Zo als 't pas gebotte roosje, In den uchtend; nat bedaauwd, Blij ontrolt heur jeugdeblaadjes; En heur geur ten hemel zend; Zoo kwam Cilie op de waereld, Nat bedaauwd van Hemeldeugd; En begon heur eindig leven - Maar - zond heuren dank tot God. Zo als 't heel ontlooke roosje Zig zoms aan een roosje huwt; En geboeid aan éénen stengel Vrolijk 't woên des storms verduurt. Zo verbond de lieve Cilie Zig aan jongen Megar ook; En verduurde, aan hem gestrengeld Vrolijk 't woeden van den ramp. [pagina 184] [p. 184] Maar gelijk het lieve roosje Afgeknakt word door den wind, Laatende, eenzaam op den strengel, Treurende een geboogen gaê: Zo wierd ook de kuische Cilie Afgesneeden door den dood; En liet heur beminden Megar Eenzaam treuren hier op aard'. Dan, gelijk 't gestorven roosje, Stervend, laat een bottel naa, Die, gewassen tot een boompje, Weder nieuwe roosjes draagt, Zo is Cilie wel gestorven, Maar heur ziel behield heur stand, Die hier na zal vruchten draagen Voor de onsterflijkheid - bij God... 1785. Vorige Volgende