[Romanzen]
Reeds voor lang sprak ik, met mijn' vriend, den dichter der Romanze: Ewald en Elize, over dat soort van dichtstukken, welke men Romanzen noemt; wij maakten een afspraak, om onze kragten, in dit vak, te beproeven; en hieruit is zijne Romanze geboren. Het stuk, dat ik, bij die gelegenheid, opgezet heb, is niet afgewerkt; doch ik heb mijn Roosje er voor in de plaats gegeven. - ‘Maar is Roosje dan een Romanze?’ - Wel neen! het is een vertelling - misschien in een nieuwe manier. Om u de waarheid te zeggen, mijn lieve lezer, die Ridder-histories bevallen mij zoo zeer niet. Indien zij schoon zijn, hebben zij ongetwijffeld hare verdiensten; doch het komt mij voor, dat wij de onderwerpen van onze Romanzen - als ze dan toch Romanzen moeten heeten - wel uit een tijdvak haalen kunnen, dat nader bij ons is; dit zou, dunkt mij, meer interesseeren.- Onder het afdrukken der voorgaande dichtstukken, komen mij de Brieven van Mr. R. Feith in handen; met blijdschap - en