Gezangen mijner jeugd
(1968)–Jacobus Bellamy– Auteursrechtelijk beschermd55. De weifelende schoone (93) Ga naar voetnoot55.Waarom zoude ik toch beminnen?
Is de Liefde dan zoo zoet?
Doris zal mij niet verwinnen,
Ga naar voetnoot3
Schoon hij zoo veel moeite doet!
5[regelnummer]
Schatten heeft hij - maar - zijn schatten
Dan de bronnen onzer vreugd?
Neen! de rijkdom, niet te omvatten,
Is 't bezit der schoone deugd!
Waarom zoude ik toch beminnen?
10[regelnummer]
Is de Liefde dan zoo zoet?
| |
[pagina 73]
| |
Hylas zal mij niet verwinnen,
Ga naar voetnoot11
Schoon hij zoo veel moeite doet.
Welgevormd en juist van leden
Is hij 't puik der frissche jeugd;
15[regelnummer]
Maar! zijn woeste en losse zeden
Missen 't kenmerk van de deugd!
Waarom zoude ik toch beminnen?
Is de Liefde dan zoo zoet?
Daphnis zal mij niet verwinnen,
Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Schoon hij zoo veel moeite doet!
Daphnis is zoo braaf als schrander....!
Ga naar voetnoot21
Dit is immers 't merk der deugd? -
Hij heeft, boven menig' ander',
Grijze wijsheid in zijn jeugd!
Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Ach! indien ik kon beminnen!....
Mooglijk is de Liefde zoet!
Daphnis zou mij wel verwinnen,
Want hij heeft een eêl gemoed.
Ga naar voetnoot28
Daphnis, ja! ik moet u achten....
30[regelnummer]
Zagt! - zoo dit eens liefde waar?....
Neen! dit moet hij nimmer wachten!
Ga naar voetnoot31
'k Min hem niet - ik acht hem maar!
|
|