Gezangen mijner jeugd
(1968)–Jacobus Bellamy– Auteursrechtelijk beschermd49. De jongelingen (81) Ga naar voetnoot49.In een' kring van jongelingen,
Bij den warmen haard gezeten,
Drinken wij den purpren nectar.
Ga naar voetnoot3
Gulheid lagcht in aller oogen.
5[regelnummer]
Ieder vult den glazen beker,
Op het welzijn van zijn meisje.
En dan vullen wij de glazen,
Op het welzijn aller schoonen.
Allen roepen wij: het welzijn
10[regelnummer]
Van de Vaderlandsche Schoonen! -
Nu doen wij op nieuw den nectar,
In den heldren beker, branden,
En nu roepen wij eenpaarig:
't Vaderland!... de bekers klinken,
15[regelnummer]
En een traantje van verrukking
| |
[pagina 65]
| |
Mengt zich met den druivennectar.
Niemant spreekt 'er, maar elk aanzicht
Ga naar voetnoot17
Draagt de duidelijkste tekens
Van een edeldenkend harte.
|
|