Gezangen mijner jeugd
(1968)–Jacobus Bellamy–33. Aan den slaap (56)Ai, wijkt toch bleeke zorgen!
Ga naar voetnoot1
Vergunt me een weinig rust!
Luik gij mijn zwijmende oogen,
Ga naar voetnoot3
ô Vriendelijke slaap!
| |
[pagina 44]
| |
5[regelnummer]
Of zijt ge, ô kragthersteller,
Gelijk een valsche vriend,
Die, in den nagt der naarheid,
Ga naar voetnoot7
Noch vriend noch vriendschap kent?
Maar neen! uw gulle handen
Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Verligten onze smart.
Wen vrienden ons verlaaten,
Ga naar voetnoot11
Dan staat gij ons nog bij.
Ach! waar moogt gij nu toeven,
Ga naar voetnoot13
ô Vriendelijke slaap?
15[regelnummer]
Ai, koom toch! drijf de zorgen
Van 't eenzaam ledikant!
Ai, koom toch!... maar!... mijn Fillis?...
Is Fillis reeds in rust? -
ô Slaap, snel naar mijn Fillis!
20[regelnummer]
En sluit haar oogjes toe!
Wanneer gij, bij mijn meisje,
Uw werking hebt verricht,
Verdrijf dan ook mijn zorgen,
ô Vriendelijke slaap!
|
|