Gezangen mijner jeugd
(1968)–Jacobus Bellamy– Auteursrechtelijk beschermd30. De bestemming (51) Ga naar voetnoot30.Een Koning is geschapen
Om, volgens wijze wetten,
De volken te regeeren.
Om deugden te beloonen,
5[regelnummer]
En ondeugd te kastijden.
Een Koning is op aarde
Het zichtbaar beeld der Godheid.
Ga naar voetnoot6-7
| |
[pagina 40]
| |
Een Krijgsman is geschapen
Om, op het veld des oorlogs,
10[regelnummer]
Voor Vaderland en Vrijheid,
Den vijand te bevegten.
Der Helden ed'le gramschap
Straalt uit zijn forssche blikken.
Hij zwaait, met stevige armen,
15[regelnummer]
Het glinst'rend zwaard der wraake,
En zweert den Vaderlande,
Tot aan zijn' jongsten adem,
Eene onverwrikbre trouwe.
Ga naar voetnoot8-18
Een Wijsgeer is geschapen
Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Om, met doordringende oogen
Natuur, in al haar gangen,
Aandagtig natespooren.
Nu vaart hij eens ten hemel,
En telt en meet de starren.
25[regelnummer]
Dan daalt hij weêr op de aarde,
En vindt in 't kleinste stofje
Eene onbegrensde wijsheid.
Hij gaat in 't rijk der zeden,
En leert den mensch zijn pligten.
30[regelnummer]
De deugd alleen, dus roept hij,
De deugd, Natuurgenooten!
Ga naar voetnoot31
Maakt u alleen gelukkig!
| |
[pagina 41]
| |
Maar ik? - ik ben geschapen
Ga naar voetnoot33
Om mijn geliefde Fillis,
35[regelnummer]
Voor eeuwig te beminnen -
Om op heur' mond te kleeven,
Om aan heur' hals te hangen,
Om op heur borst te zwijmen! -
ô Edele bestemming!!
|
|