Gezangen mijner jeugd
(1968)–Jacobus Bellamy– Auteursrechtelijk beschermd10. Aan Fillis (15)Hoe ver, mijn lieve Fillis,
Hoe ver van u verwijderd
Moet thans uw minnaar zugten!
Ach! waarom zijn de liefde
5[regelnummer]
En 't noodlot niet eenstemmig!
Verrukkingvol gedenk ik
Ga naar voetnoot6
Nog aan die blijde stonden,
Waarïn ik, trots het noodlot,
Bij u, mijn schoone Fillis,
10[regelnummer]
Het zoet der Liefde smaakte.
| |
[pagina 13]
| |
Ach! waar zijn nu die stonden!
't Herdenken: 'k was gelukkig!
Maakt dubbel ongelukkig.
In 't krieken van den morgen
Ga naar voetnoot13-14
15[regelnummer]
Verlaat ik 't logge bed reeds
Ga naar voetnoot15
En denk aan u mijn Fillis!
'k Blijf op mijn stille kamer
Tot aan den sombren avond
Steeds peinzend aan mijn Fillis!
20[regelnummer]
Straks spreidt de nagt zijn vleugels
Ga naar voetnoot20
Om 't halve rond der waereld,
De slaap sluit aller oogen
Maar ik alleen blijf waaken!
Bij 't flaauw en somber kaarslicht
25[regelnummer]
Herdenkt mijn ziel de vreugden,
Die zij welëer gevoelde!
Een enkle van die vreugden;
Een kuschje van uw lippen,
Een blikje van uw oogen,
30[regelnummer]
Zou thans, mijn dierbre Fillis,
Mij hoogst gelukkig maaken!
|
|