Gezangen mijner jeugd
(1968)–Jacobus Bellamy– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
9. Het vertrek van Fillis (14)Wat 's dit? - na zo veel blijde dagen
Kleedt zich de lucht in aaklig zwart! -
Zou wel het dampgewest, getroffen door mijn klaagen,
Ga naar voetnoot3
Ook deelen in mijn smart? -
5[regelnummer]
Ja! met mijn grievend leed bewogen,
Sluit thans de zon heur blinkende oogen,
En trekt een somber treurkleed aan.
Natuur, met traanen op de wangen,
Ziet al de vreugd van mijn gezangen,
10[regelnummer]
Mijn lieve Fillis heenen gaan!
Maar, wil uw droefheid toch betoomen!
Borst met geen bulderend geluid,
In akelige klagten uit!
Gij zoudt de ligtöntroerde stroomen
15[regelnummer]
Verschrikken, en die droefheid zou
Welligt dan oorzaak zijn van een' veel zwaarder rouw.
ô Neen, Natuur! een enkel zuchtje
Ontglippe aan uw beklemd gemoed!
Zoo voere een zagt en lieflijk luchtje
20[regelnummer]
Mijn Fillis langs den zouten vloed!
Zoo moge zij, door stille baaren,
Gerust en veilig overvaaren!
|
|