slechts marginaal. De Schelde wordt meer en meer een zuiver economische aangelegenheid. Denk maar aan wat Londen, of Wenen, of Montréal, met een stroom doen.
2. Antwerpen is een internationale haven, de vierde in de wereld, de tweede continentale. Er is aanbod van leven en vertier te over om tot expressie te komen. Maar ook de haven groeit van de stad weg en wordt een aparte wereld. Minder en minder profiteert de stad van de haven, of omgekeerd, de haven van de stad. Het havenbeleid is niet geïntegreerd in een allesomvattende stedebouwkundige planning, een planning met name die zich mee de totaliteit van het fenomeen Antwerpen inlaat. Haven en stad, die altijd een onafscheidelijke eenheid uitgemaakt hebben, zijn nu om zo te zeggen tegengestelde belangen geworden. De stad is een aanhangsel van de haven. Het stedebouwkundige beeld van de uitbreiding Antwerpen-Noord laat in elk geval die indruk.
3. Antwerpen is een belangrijk administratief centrum en een handelsmetropool, een derde benijdenswaardige kans voor een stad. Maar ook dit aspect is er niet goed meer aan te merken. Om heel concreet te zijn verwijs ik nogmaals naar Montréal, niet alsof daar nu een pasklaar voorbeeld zou gegeven zijn, maar omdat er het besef levendig is geworden dat een administratief centrum en een handelsmetropool voor het ogenblik aangepaste accommodaties vergen voor uitwisseling van informatie, voor nieuwe vormen van communicatie, voor persoonlijke ontmoetingen, voor gesprekken ‘die alleen met een klop op de schouder kunnen besloten worden’. Overal komt men tot de vaststelling dat het levenskader zelf een wezenlijke rol speelt in de efficiëntie van het uitwisselingssysteem. Telefoon en telex hebben niet alles opgelost.
4. Antwerpen is een industriestad in expansie. Elke dag komen er nieuwe vestigingen of nemen oudere uitbreiding. Ook deze evolutie is niet in een samenhangende visie op het geheel opgenomen. Van primordiaal belang voor de stad, lijkt het maar logisch dat hun ontwikkelingsprogramma de voorrang krijgt in de planning. Het is echter niet meer logisch, als dit exclusief gebeurt. Dan keert de evolutie zich tegen de expansie zelf.
5. Antwerpen is tenslotte de culturele hoofdstad van Vlaanderen. Sinds kort is het ook zetel van een universitaire stichting. Dit feit kan geen aanleiding zijn tot het ontstaan van een of andere vorm van heimatstijl, zoals sommigen preconiseren. Het moet echter wel tot uitdrukking komen, zoals alle andere genoemde aspecten, in een aangepast cultureel equipement. Antwerpen hoeft de horreur van de Brusselse kunstberg niet te imiteren, maar het kan best enkele van de daar beschikbare accommodaties gebruiken, vooral nu, met een universitaire expansie voor de deur. Maar ook de unieke kans om naar aanleiding van de vestiging van een universiteit, Antwerpen zijn onmisbare culturele infrastructuur te geven, is nu al goeddeels verkeken door een onverantwoorde improvisatie.