sen gaan bouwen. Een bouwen dat uitdrukking zal zijn van een organische structuur en cultuur.
Bijna veertig jaar na die historische confrontatie is Le Corbusier overal bekend als dé architect van de eeuw. Hugo Häring is gewoon vergeten, verdwenen in die vreemde ‘stiltezone’ van de architectuurgeschiedenis. Maar zijn woorden zijn het die nu door de jongeren, vaak zonder te weten wie ze zo lang geleden al uitsprak, met klem worden verdedigd. In het jaarboek World Architecture One bijvoorbeeld schrijft Shadrach Woods, van het team Candilis, Josic, Woods: ‘Willen wij vandaag de echte problemen voor architect en planner onder ogen nemen, dan moeten we woorden als “architectuur”, “townplanning”, “urbanisme” overboord gooien en geheel onze aandacht vestigen op het scheppen van een “environment” voor elk niveau van menselijk samenleven’.
Dit feit halen we niet op om de onrechtvaardigheid van de geschiedenis te illustreren noch om een bewijs te leveren van Hugo Härings uitspraak ‘Erfolg ist unsinn’. (Zonder hoofdletter!). Le Corbusier is onvergelijkelijk sterker en dynamischer dan Häring. En het was misschien goed, zoals Joedicke ergens noteert, dat de simplistische directieven van Le Corbusier het toendertijd haalden. We mogen ook Le Corbusier niet tot zijn uitspraken herleiden. Hij groeit een stuk boven zijn contradicties uit. Hugo Häring misgunde overigens Le Corbusier zijn succes niet. ‘Succes is onzin’ betekende voor hem ook geen resignatie in zijn eigen minder succesrijk leven. Deze zin was slechts de uitdrukking van zijn geloof in zijn inzicht. Succes of mislukking deden niets aan de waarachtigheid ervan af. De ‘problemierer’ Häring kon echter niet denken als Le Corbusier. Zijn ideeën moesten uit elkaar groeien tot een geordend en allesomvattend inzicht. Zijn bouwen was een toepassing van dit denken. Het is dan ook vooral als theoreticus dat hij vandaag, nu de geloof-waardigheid van de modernistische principen fel is aangetast, meer dan ooit actueel is. Dit wordt bevestigd door de belangrijke monografie die Lauterbach-Joedicke onlangs over hem hebben uitgegeven in de Dokumente der modernen Architektur.
Häring werd geboren in 1882 te Biberach/Riss, een stil Zwabisch stadje. Zijn vader was schrijnwerker. Zoals zijn generatiegenoten Mies van der Rohe en G.T. Rietveld was het via de houtbewerking dat hij tot de architectuur kwam. Hij was de enige van dit drietal die het hout, die organische bouwstof, ook in zijn werken en opvattingen getrouw zou blijven. Na zijn studies te Biberach en te Ulm, gaat hij architectuur studeren aan de Technische Hogeschool te Stuttgart. Het bevalt hem daar zo weinig dat hij het gedurende een wintersemester in Dresden gaat beproeven. Maar toen Th. Fischer te Stuttgart benoemd werd, kwam hij naar zijn eerste school terug. Daar voltooide hij zijn opleiding in 1903.
Zijn allergie voor het woord ‘architectuur’ moet uit die periode stammen.