de dynamische structuur ervan en op de cellen waaruit ze groeit.
Maar als wij deze inwendige ontwikkeling van Landuyt zo schetsen, zijn wij ook al aan de complexiteit van de kunstenaar voorbij, want, terwijl hij in het schilderkunstig en grafisch werk, zowel thematisch als technisch, zich meer en meer uitsluitend en met een haast wetenschappelijke accuratesse toelegt op de ontleding van de oerstructuren van het leven, die voor het dagelijkse oog onzichtbaar blijven, gaat hij in zijn keramiek en juwelen de andere richting uit. Daar leven de figuren uit zijn ouder werk in nieuwe gedaanten verder, fetisjen waarin hij het mysterie van het leven dat hij wil doorgronden, bezweert.
In Oostende, op de grens van zee en aarde, op de grens waar sinds de oudste tijden de vorm uit de chaos opduikt, waar het leven gestalte krijgt, heeft men het belangrijke werk van Landuyt voor het eerst in een zo indrukwekkend ensemble bij elkaar. Wij hebben er hier enkele weken geleden al op gewezen, maar willen er nu iets uitvoeriger op terugkomen. Het zijn immers de laatste dagen dat deze tentoonstelling, die tot 15 augustus open blijft, toegankelijk is. Leerlingen van Taine zou het beslist niet voor de wind gaan om Landuyt vanuit zijn erfgrond te verklaren. Het is niet eens gemakkelijk hem daarin te situeren al heeft men dat wel geprobeerd en al moet er ergens een verband bestaan. Maar noch het feit dat hij te Gent in een huis-in-de-rij, bijna een kerstekind, op 26 december 1922 is geboren, of dat hij te Kortrijk school liep en op de fabriek werkte, noch het feit dat hij uit een onbemiddeld arbeiders-milieu komt en zich op eigen krachten moest doorzetten, schijnen zijn werk wezenlijk te hebben bepaald. Het werk van Landuyt ontstaat op een dieper, een universeel niveau. Men kan hoogstens aannemen dat het kunstenaarschap van Landuyt iets van zijn fanatieke ernst en zijn onwrikbare overtuigingskracht uit deze omstandigheden heeft gehaald. Kunst is voor Landuyt geen spel. Het is hem even dwingende noodzaak als het werk om den brode. Dat was zo vanaf het eerste werk waarmee hij, nu een tiental jaren geleden, uitpakte, niet aarzelend voor de confrontatie met bentgenoten of publiek, maar van meetaf aan zonder pretentie, maar zelfzeker zich affirmerend. Het werk dat Landuyt aanbiedt was van in het begin te nemen of te laten. Zonder twijfel had het toen nog niet de pregnantie die het nu bezit. Een ogenblik heeft men zelfs kunnen vrezen dat Landuyt zich zou laten verleiden door de gemakkelijkheid van een bepaald surrealisme. En voor een onconventionele en scherpzinnige geest als die van Landuyt moet de verleiding inderdaad groot geweest zijn. Hij was immers in staat het surrealistisch arsenaal zonder grote inspanningen met enkele originele vondsten te verrijken.
Achteraf, nu men op het vroegste werk, dat het nog altijd doet, kan terugkijken, weet men duidelijker dan het tevoren mogelijk was dat het jargon waarvan Landuyt zich aanvankelijk bediende slechts in schijn en haast toevallig een surrealistisch tintje had. Landuyt was al te zeer met geheel zijn persoon-