hadden geïnspireerd zo zij niet alle naar één vraag verwezen: welk is de verantwoordelijkheid van de architect in de architectuur van vandaag? Deze vraag kan er misschien tautologisch uitzien. Wie is er immers buiten de architect verantwoordelijk voor de architectuur? Als men de vraag zo stelt, dan is het onmiddellijk duidelijk dat de verantwoordelijkheid van de architect langs vele kanten beperkt wordt. Een gebouw is op onze dagen minder dan ooit het werk van de architect alleen.
Een architect heeft eerst en vooral af te rekenen met zijn bouwheer en opdrachtgever, die veelal in plaats van met een programma, met bepaalde stijlvoorschriften en losse details komt aandragen. Wij beleven het nu dat een architect aan de ene kant een veel grotere rol dan vroeger is toebedeeld, en langs de andere kant veel minder vertrouwen wordt geschonken. Het zijn hoogst zeldzame gevallen waarin de architect over het minimum aan vrijheid beschikt dat nodig is bij elke creatie. En zijn vrijheid wordt niet alleen aan banden gelegd door een paar fantaisistische grillen van de bouwheer, die niet beseft dat zijn woning, zijn bureel, zijn school, zijn fabriek, sociale dimensies bezit, maar ook door economisch al te nauw getrokken grenzen.
De relatie van architect tot bouwheer is niet de enige die scheefgetrokken is. Daar komt in heel vele gevallen nog bij dat ook de aannemer niet op de hoogte is van zijn taak. Het is niet zo uitzonderlijk dat een aannemer om te beginnen al met de plannen niet overweg kan, ze eenvoudig niet kan lezen, laat staan dat hij ze correct zou uitvoeren. Vaak beschikt hij niet over de nodige technische kennis en uitrusting om bepaalde moderne materialen op een verantwoorde wijze uit te voeren. Men moet even de vergelijking maken met de situatie van een dokter ten overstaan van zijn cliënt en de technische outillage waarover hij beschikt om te begrijpen hoe onopgeklaard de situatie van een architect bij ons is.
Bij deze ernstige, maar nog vrij extrinsieke moeilijkheden komt dan de complexiteit van het beroep zelf. De moderne architect bouwt in de meeste gevallen niet meer met bekende en overzichtelijke grootheden. Ingewikkelde berekeningen, die hij zelf niet meer uitvoeren kan, bepalen de weerstand van de materialen, de inrichting van de verwarming, enz. De snelle evolutie van de moderne techniek plaatst hem elke dag voor nieuwe mogelijkheden en materialen, die hij in zijn werk moet integreren. Denken wij hier maar een ogenblik aan de prefabrikatie, die meer en meer veld wint in het bouwbedrijf.
Daarmee zijn verre van al de moeilijkheden aangeduid waarmee een architect nu af te rekenen heeft. Het probleem waar hij voor staat is de omgeving, de inplanting van het gebouw dat hij moet ontwerpen. Een gebouw houdt immers niet op bij zijn muren. Men woont niet binnen de muren van een huis. Men woont in een landschap, waarvan het eigen huis als het ware de persoonlijke kern vormt, die in wijde kringen om zich heen uitdeint.
De architect is zich van al deze bindingen pas bewust geworden omdat hij de