Camera Obscura
(1998)–Nicolaas Beets– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 49]
| |
aant.HumoristenHet legher treckt vast in met duizenden, een macht 10(Uit een brief van Melchior)
12Beste Hildebrand!
14Ik verneem met een zeker genoegen, dat er van tijd tot tijd iets van u gedrukt 15 wordt; met een zeker genoegen, zeg ik; want wij hebben nog samen school 16 gegaan. Ik heb toen altijd wel gedacht dat er wat in u zat, maar ik wist niet 17 of er ooit wat uit u komen zou. Mijn vader zegt evenwel dat hij dat altijd 18 voorspeld heeft, ofschoon ik er mij niets van herinner, maar wel weet ik dat 19 ik driemaal een hekel aan u gehad heb, omdat mijn vader u tot een voor-20beeld van goed oppassen nam, en ik wist toch dat ge ook wel eens katte-21kwaad deedt, Hildje! Denk maar eens aan de klapdeur van het Bonte Kalfje, 22 die alle morgens om halftien en iederen namiddag om drie uren werd open-23getrokken dat de bel rammelde, een kwartier lang, als het Fransche gebed al 24 lang op school was voorgelezen. - Maar dat daargelaten, vriend; ik hoor 25 dat gij weer iets op de pers hebt, en gij zult mij, op grond van heel goede ken-26nis, wel vergunnen willen, u eenige raadgevingen mede te deelen. Ik ken 27 menschen, die dat veel liever doen bij wijze van recensiën; daar zijn er, die de 28 kopij onberispelijk en het gedrukte boek allerdolst vinden; maar ik hou van 29 die methode niet, en kom liever met mijn raad voorop. 30Eerst echter wilde ik u vragen, ronduit vragen, of gij een humorist zijt? 31 Ik denk het half, omdat het tegenwoordig zoo ijselijk aan de orde is. Kijk 32 Hildebrand, als gij een humorist waart, dat zou me leelijk spijten; ik zou 33 haast zeggen, schoon mijn hart er bij breekt: - als gij een humorist zijt, Hil-34debrand, leg drie stuivers uit, koop een touw, en... Maar gij zijt immers geen 35 humorist, mijn waarde! o Zeg, dat gij het niet zijt. 36Daar is tegenwoordig zulk eene ontzettende consumtie van humor, 37 mijn vriend, dat dit artikel verschrikkelijk duur moet geworden zijn en dan 38 ook bij gevolg akelig wordt vervalscht. Ik ben overtuigd dat er in iedere 39 kerk, de dominé meegerekend, meer dan honderd humoristen bijeenzijn. 40 Men komt in geen koffiehuis, men rijdt in geen diligence, ja wat meer is, 41 men zit in geen ‘bijwagen’ zonder een humorist. Het heele land is er van ver- | |
[pagina 50]
| |
aant.1giftigd: humoristen op rijm; humoristen in proza; geleerde humoristen; 2 huiselijke humoristen; hooge humoristen; lage humoristen; hybridische 3 humoristen; bloempjes-humoristen; tekst-humoristen; sprookjes-humoris-4ten; vrouwenhatende en vrouwenfleemende humoristen; sentimenteele 5 humoristen; ongelikte humoristen; gedachten denkende humoristen; boek-, 6 recensie-, mengelwerk-, brief-, voorrede-, titelblad-humoristen; humoris-7ten, die op de groote lui schelden en verklaren dat die geen greintje gevoel 8 hebben, omdat zij een knecht hebben met galons aan den rok, en een spe-9lende pendule; humoristen, die het met de bedelaars houden in de boeken, 10 en ze naar Frederiksoord helpen sturen in de Maatschappij van Weldadig-11heid; reizende humoristen; huiszittende humoristen; tuin- en prieeltje-12humoristen, wier vrouwen aan iets anders bezig zijn, terwijl zij humorisee-13ren; en dan eindelijk de heele simpele plattelands-humoristen, schoon ze 14 allegaar wel een deel van simpelheid weg hebben, in deze manier: ‘je zoudt 15 wel denken dat ik heelemaal onnoozel was, maar 't is allemaal lievigheid!’ 16 Ik spreek niet van de heele grappige, de zeer onfeilbare, en de zeer onduide-17lijke humoristen... Och lieve Hildebrand, honderd soorten zijn er daar ik 18 niet van spreek, want ze komen uit den grond op, en ik weet evenmin als in 19 de kennis der kruiden of men veiliger doet ze te rangschikken naar partes 20 essentiales of naar habitus, naar een systema naturale of naar een systema 21 artificiale; wat eigenlijk, waar het den stijl geldt, tegenwoordig het vraag-22stuk naar de mode is, waarover gij in 't Latijn en in 't Hollandsch, in 't be-23leefd en in 't scherp, heel veel stichtelijks en afdoends lezen kunt. 24Ik kan mij ondertusschen niet verklaren hoe 't bij zoo veel humor moge-25lijk is, dat er nog geen betere definitie van het ding in de wereld komt. Lieve 26 hemel! wij drijven in humor, en niemand heeft adem om te zeggen wat het 27 eigenlijk voor een vocht is. Ik zou dan haast gelooven moeten dat wij er in 28 verdrinken. In dat geval, kan men er niet gauw genoeg bij zijn, een drenke-29linggenootschap voor de humoristen op te richten, of een afschaffings-, ten 30 minste een matigheids-maatschappij onder de zinspreuk: ‘Laat staan uw 31 humor.’ Jean Paul pakt het verhevene bij de beenen, keert het met Rapponi-32sche krachten om en zegt: ‘Ziedaar het humoristische: 't is niet anders dan 33 het verhevene met de voeten in de lucht.’Ga naar voetnoot1 Ik heb allen eerbied voor die 34 kunstbewerking, maar Jean Paul was somtijds een zeer onduidelijk humo-35rist. Bilderdijk zegt ergens, en zoo niet in zijne boeken, dan heb ik het uit 36 zijn mond, dat het precies het Hooftiaansche neskheit is; maar Hooft en 37 neskheit zijn, wat de ‘Tesselschade’ er ook tegen doen moge, zulke oude 38 humoristen, dat ik vrees dat die aanhaling de zaak voor 't algemeen niet veel | |
[pagina 51]
| |
aant. 1 opheldert. En après tout: wat heeft het algemeen er mee te maken? De 2 humoristen zijn er, zijn er in grooten getale, en vermenigvuldigen met den 3 dag. Eerstdaags zien wij eene koninklijke humoristen-stoeterij. Wat weet ik 4 waar 't op uit zal komen? Eerstdaags eene humoristische revolutie, eene op 5 end' op humoristische orde van zaken, met eene hartroerende oude vrijster 6 op den troon, met een kring van sentimenteele daglooners tot ministerie. 7 Daar zullen in de vergaderzaal de eenvoudige, de onschuldige kindertjes zit-8ten; het leger zal bestaan uit duivenhartige bloodaards onder den hoogdra-9venden naam van medelijdende zielen; het rechterambt zal bekleed worden 10 door menschen die tegen àlle straf zijn; niemand dan een grijsaard zal er 11 schrijver, dichter of geleerde zijn mogen of tot de hoop des vaderlands wor-12den gerekend, uitgenomen de humoristen zelve; ieder hunner zal een goelij-13ken oom en een onnoozelen neef hebben, maar, met uitzondering van deze 14 lieve kinderen, zullen de jongelingen als eene schadelijke uitvinding buiten 15 's lands gezonden worden. Geen adel meer, geen rijkdom, geen livereibe-16dienden, geen pâté de foie gras, geen kooien meer voor vogels, en geen 17 modes meer voor dames; maar een aanmerkelijke invoer van huisjassen, 18 sloffen, pijpjes, tuinstokken, kinderboekjes, Moeder-de-Ganzen... Wat ik u 19 bidden mag, Hildebrand, ga niet onder de humoristen! 20Ten tweede, enz. enz. |
|