Dispuut Utilitatis Ergo.Ga naar voetnoot39 Voorzitter
Gijs van der Linden
J.Ga naar voetnoot40 medeleden
Jan van Heukelom
Ga naar voetnoot41 Ph.,
Willem Moll T.
,Ga naar voetnoot42
Jan Enschede
,Ga naar voetnoot43
Jan Willem Enschede
M. Lidt de JeudeGa naar voetnoot44
J. Jan de Klopper
Ga naar voetnoot45
J. Jansen (G.J.H.)
.Ga naar voetnoot46 T.
|
-
voetnoot18
- Deze regel is afkomstig
uit Vondels drama
Ifigenie in Tauren
(1666), vs. 509 (Vondel, Werken (W.B.-editie),
deel 10, Amsterdam 1937, p. 259).
-
voetnoot19
- Deze regel is afkomstig uit Byrons gedicht ‘Away,
away, ye Notes of Woe!’ (1811). De tekst luidt: ‘I must not think, I may
not gaze, / On what I am - on what I was’ (vs. 7-8), in: Byron, Poetical Works (ed. Frederick Page), Oxford z.j., p.
63.
-
voetnoot21
- B: ‘[Bernard Gewin, th. stud. Na 't verlaten der Academie
schrijver van de Lotgevallen van Joachim Polsbroekerwoud. In
afleveringen bij Frijlink (Amst.) verschenen.] Predikant achtereenvolgens te
Oosterland, Loosdrecht, Heemstede (NH.) IJsselstein, Utrecht’
Bernardus
Gewin (1812-1873). Student in de theologie 1830-1838. Schreef onder het
pseudoniem Vlerk de Reisontmoetingen van Joachim
Polsbroekerwoud en zijne vrienden (1840). Predikant te Oosterland
1841, Oud-Loosdrecht 1853, Heemstede 1854, IJsselstein 1861, Utrecht 1869.
Nicolaas Beets droeg aan hem zijn vertaling op van Parisina en
andere gedichten van Lord Byron, Haarlem 1837, en schreef in 1873
het gedicht: ‘Bij het graf van Bernard Gewin’, in: Dichtwerken III, Amsterdam 1876, p. 563.
-
voetnoot22
- Gewin woonde op de Apothekersdijk 5, bij
Kelderman.
-
voetnoot23
- Jan Willem Enschedé (1815-1867). Student in de
medicijnen 1833-1842. Geneesheer te Haarlem.
-
voetnoot24
- Gerrit Willink (1814-1876). Student in de rechten 1833-1838.
Hij woonde op het buiten Bosch en Vaart, even ten zuiden van Haarlem.
-
voetnoot25
-
Amicitia (vóór 1799-1839). Dergelijke bijeenkomsten
werden te Lisse gehouden in Logement De Zwaan, waar ook promotiediners
plaatsvonden.
-
voetnoot26
- B:
‘[Willem Opzoomer. Oudere broeder van C.W. overl. als pred. te Wijk bij
Duurstede].’
Willem Opzoomer (1811-1871). Student in de theologie
1831-1836. Predikant te Waddenoyen 1838, Wijk bij Duurstede 1846. Hij woonde
in de Raamsteeg 19, bij J. Robert. Cornelis Willem Opzoomer (1821-1892) was
een bekend hoogleraar in de Wijsbegeerte te Utrecht (1864-1889).
-
voetnoot27
- Hendrik
Franciscus Tollens (1780-1856). Gevierd dichter van godsvruchtige,
vaderlandslievende en huiselijke poëzie; tevens verfhandelaar. Het opstel
van Beets is vermoedelijk niet bewaard gebleven.
-
voetnoot28
- B: ‘[J.A. van Hamel. Theo. Stud. later
predikant (Waalsch) te Groningen, Haarlem, Leiden.]’
Joost Adriaan van
Hamel (1810-1885). Student in de theologie 1828-1834. Waals predikant te
Middelburg 1835, Haarlem 1840, Groningen 1850, Leiden 1863, emeritaat
1880.
-
voetnoot29
- Blijkens de bul (UBL Ltk Beets vrl. nr.
35) is dit: Nicolaas Johannes Tenckinck. (1810-1836). Student in de letteren
en de theologie 1826-1834. Ongehuwd overleden te Paramaribo. Zie voor zijn
optreden ook noot 35.
-
voetnoot30
-
Io vivat: bekend
studentenlied, waarvan de oorsprong duister is; het dateert vermoedelijk uit
de 17e eeuw. De eerste regels luiden: ‘Io vivat! Io vivat! Nostrorum
sanitas!’ (Hoezee! hoezee! leve de gezondheid der onzen!). Bundels
studentenliederen uit de 19e eeuw openen doorgaans met dit lied. Het was
echter ook buiten de studentenwereld bekend; zie bijvoorbeeld de
Verzameling van Gezelschaps-liederen, Bijeenvergaderd ten
dienste van den Beschaafden Stand
, Dordrecht 1835, derde druk, p. 103.
-
voetnoot31
- Henricus Marinus Berns (1813-1895).
Student in de theologie 1831-1837. Predikant te Renswoude 1838, Spankeren
1847, eervol ontslagen 1875.
-
voetnoot32
- Willem Hoffman
(1805-1872). Student in de theologie 1826-1837. Studie niet voltooid;
aanvankelijk hulppredikant te Zutphen en te Wanneperveen, later koopman te
Amsterdam.
-
voetnoot33
- Willem
Christiaan Knottenbelt (1813-1875). Student in de theologie 1831-1839.
Predikant te Mijnsherenland 1840.
-
voetnoot34
- Hermanus Hendricus
Sluiter (1814-1885). Student in de theologie 1832-1839. Predikant te
Terwolde 1841, Vlaardingen 1848, Amsterdam 1851, emeritaat 1881.
-
voetnoot35
- Louis Johan Theodoor
Ramaer (1813-1859). Student in de theologie 1831-1837. Predikant te Oyen
1838, Engelen 1853. Blijkens de notulen van deze vergadering werd Beets niet
met acht, maar met vijf anderen ontgroend: Joannes Arntzen, Antonie Niermeyer, Pieter Nicolaas Pieterszoon
Zijnen, Hermanus Willem Witteveen en Samuel Willem la Lau. Over de
plechtigheid zelf vermelden de notulen onder meer het volgende:
‘Buitengewone vergadering gehouden den 19 Oct: 1833, ten huize van den
Fiscus loco Abactis. De Rector opent de vergadering. Alle leden tegenwoordig
behalve de Assessoren I et II, de laatste zonder wettige kennisgeving. De
Rector herinnert de leden aan het doel der vergadering en verzoekt hun al
het hunne in het werk te stellen, ten einde de plegtigheid den meest
mogelijken luister bij te zetten. De groenen worden binnengebragt. De Rector
maakt hun bekend dat de Senaat besloten heeft eene poging in het werk te
stellen of zij kunnen toegelaten worden tot het Studentencorps. Hij vermaant
hun bescheiden op alles te antwoorden. Zij worden geamoveerd, uitgezonderd
Beets die zijn stuk voorleest over Tollens, in hoeverre die ter navolging
aanbevolen kan worden, opgehelderd door zelfvervaardigde proeven. Het stuk
is over het algemeen wel, doch niet zonder eenige pedanterie. [...]Hierna
gelast de Rector den pedel de groenen Beets, Arntzen en Niermeyer binnen te
werken. Zij worden in het Hebreeuwsch geexamineerd. De twee eersten weten er
niets van, met den laatsten is het iets beter gesteld. Voorts worden zij in
het Grieksch geexamineerd. Niermeyer schijnt hier iets van te weten. Beets
en Arntzen leggen ook hierin volslagen onkunde aan den dag. Hierna worden
zij in het Latijn geexamineerd en hiermede gaat het ook al even als met het
Grieksch. Inmiddels treedt de Rector Avunculus Tenckinck binnen en vereert
de vergadering met zijne tegenwoordigheid. De groenen worden geamoveerd
[...] Na deliberaties wordt besloten, daar hunne kundigheden in het geheel
niet toereikend waren om hen tot student te promoveren, het jus gratiae op
hen toe te passen. Zij worden binnengebragt. De Rector maakt hen met het
besluit der vergadering bekend en levert hen over in handen van den
promotor, Rector Avunculus Tenckinck die hun de promotiebul voorleest. De
Rector wenscht hen terwijl hij hun de bullen overhandigt geluk met hunnen
betrekking als student en de plegtigheid wordt met broederdronk en handdruk
besloten.’ (Archief Leids Studenten Corps, nr. 28). De bul, gedateerd 19
oktober 1833, is ondertekend door: N.J. Tenckinck, Rector Avunculus; J.A.
van Hamel, Rector Magnificus; p.o. A. Verweij, Assessor I; B. Gewin,
Assessor II; W. Hoffmann, Quastor; J. Nieuwenhuys, Abactis; W. Opzoomer,
Fiscus; H.M. Berns, Examinator; L.J.T. Ramaer, Mag. officiorum; W.C.
Knottenbelt, Pedelly. (UBL Ltk Beets vrl. nr. 35).
-
voetnoot36
- Op bestellingen figureren
betekent dat men tijdens de groentijd op een afgesproken uur bij een
ouderejaars student op bezoek diende te gaan om allerhande opdrachten uit te
voeren. Hoffman woonde op de Aalmarkt 12, bij Gors.
-
voetnoot37
- B: ‘[G. van de Linde. - spoedig daarna niet om
de lofflijkste reden naar Londen vertrokken, waar hij als “graduate of the
University of Leiden’ les begon te geven, en een Institutrice trouwde. Groot
vriend van Jacob van Lennep. Sedert vermaard als
“de Schoolmeester”.]’
Gerrit van de
Linde (1808-1858). Student in de theologie 1825-1834. Begin 1834 noopten
amoureuze en financiële perikelen hem heimelijk naar Engeland te vertrekken.
Zie hiervoor: Marita Mathijsen, Henk Eijssens en Dick
Welsink,
Schandaal in Leiden, Brieven over de lotgevallen van de
theologiestudent Gerrit van de Linde
, Amsterdam 1978. In Londen nam hij in 1835 een kostschool over en
in 1837 trouwde hij met Caroline de Monteuuis (1819-1881), de dochter van
een Noordfranse kostschoolhouder. Sinds zijn studententijd bevriend met
Jacob van Lennep, met wie hij tot zijn dood correspondeerde en die in 1859
De Gedichten van den Schoolmeester
uitgaf. Zie hiervoor:
Waarde Van Lennep, Brieven van De Schoolmeester
(ed. Marita Mathijsen), Amsterdam 1977.
-
voetnoot38
- B: ‘[Bout rimé op
Bilderdijk. In 1880 door mij afgestaan voor het Lustrum feestnommer van de
Vox Studiosorum, die het als facsimile
plaatste. Gewin had het fraaie stuk indertijd
weten machtig te worden, en na diens dood kwam het tot mij terug.]’
Willem Bilderdijk (1756-1831). Dichter en geleerde. Na een grillige
levensloop van 1817 tot 1827 te Leiden privaat-docent in de Vaderlandse
Geschiedenis en het Staatsrecht; tot zijn leerlingen behoorden o.a. Da Costa en Jacob van Lennep. Zijn reactionaire
denkbeelden hadden veel weerstanden opgeroepen, maar de heftigheid waarmee
hij zich als romantisch dichter en als denker manifesteerde, had op de
Leidse studenten inspirerend gewerkt. Het vers is te vinden in het
lustrumnummer van Vox Studiosorum, juni 1880. Ook
afgedrukt in: G. van Rijn [en J.J. Deetman],
Nicolaas Beets
, deel 3, Rotterdam z.j., p. [98]. Gerrit van de Linde schreef op 24
oktober 1833 aan Jacob van Lennep: ‘Ik zend u hiernevens een vers hetwelk
een groen in mijne tegenwoordigheid op een door mij opgegeven onderwerp en
op gegeven eindrijmen heeft vervaardigd, en hetwelk mij zoo bij uitstek
heeft bevallen (sauf quelques remarques) dat ik mij niet heb kunnen
weerhouden het u mede te deelen en gaarne getroost ik mij de moeite van het
afschrijven. Zoo ik er uw oordeel bij gelegenheid eens over mag vernemen. De
maker heet Beets en is de zoon van een Haarlemsch Apotheker, zijn voornemen
is theologant te worden, doch behalve dat hij zeer schoone verzen maakt en
een fraaije stem heeft, weet hij volstrekt niets gelijk
bij zijne ontgroening is gebleken.’ (Waarde Van Lennep,
pp. 26-27). Het origineel niet in UBL Ltk Collectie Beets.
-
voetnoot39
-
Utilitatis Ergo: over dit letterkundig dispuut zijn
geen nadere gegevens bekend. Op 30 oktober 1833 schreef de secretaris aan
Beets: ‘WelEdele Heer! Ik heb de Eer UE
d
by dezen, in qualiteit van Secretaris van het letterkundig Gezelschap
Utilitatis Ergo, te berigten dat UE
d
met algemeene stemmen tot Candidaat in bovengenoemd Gezelschap zijt
aangenomen en verzoekt UE
d
in gevolge van dien op de Eerst volgende Vergadering Vrijdag 1 Nov ten
huize van den Heer Kneppelhout te willen verschynen waarmede ik de Eer heb
te zijn UED Dienstwillige Dienaar J.V. Heukelom, jr. Secretaris.’ Op 31
oktober werd een voor Beets bestemd ‘Diploma, van Gewoon Werkend
Lidmaatschap’ ondertekend door G.M. van der Linden, President, en J.V.
Heukelom jr., Secretaris. (UBL Ltk Beets vrl. nr. 35).
-
voetnoot40
- B: ‘[G.M. van der Linden, geliefd leerling
en vereerder van Thorbecke. Na zijne promotie adv. in den Haag. Lid van de
2e Kamer.’
Gijsbertus Marinus van der Linden (1812-1888). Student in de
rechten 1830-1836. Advocaat. Lid van de Tweede Kamer 1849; tevens
landsadvocaat. De bekende staatsman en rechtsgeleerde Johan Rudolph
Thorbecke (1798-1872) was van 1831 tot 1850 hoogleraar te Leiden, waar hij
onder de studenten een grote populariteit genoot.
-
voetnoot41
- Jan van Heukelom (1813-1886). Student in de
wiskunde en natuurwetenschappen 1830-1837. Lakenfabrikant en wolspinner te
Leiden; lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Ph: Philosophie
(wiskunde en natuurwetenschappen).
-
voetnoot42
- B: ‘W. Moll: eerst pred. te Eemnes, en te
Arnhem, later Prof te Amsterdam, († 1880)’
Willem Moll (1812-1879).
Student in de theologie 1830-1837. Predikant te Lage Vuursche 1837, Arnhem
1845. Hoogleraar in de Kerkgeschiedenis te Amsterdam 1846.
-
voetnoot43
- Johannes Enschedé (1811-1878). Student in de
rechten 1831-1837. Lid van de firma Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem.
-
voetnoot44
- Willem Frederik
Carel van Lidth de Jeude (1815-1874). Student in de rechten 1833-1838.
Procureur 1839.
-
voetnoot45
- Jan de Klopper (1813-1887). Student in de
rechten 1831-1836. Substituut-officier van Justitie te Arnhem.
-
voetnoot46
- Gerhardus Jan Hendrik Janssen (1815-1868).
Student in de theologie 1832-1839. Burgemeester te Rijssen.
|