Korenbloemen(1853)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 154] [p. 154] Lotwisseling. Welk een vreugd in uw jeugd, welk een gloed in uw bloed, Welk een glans op de krans uwer liefde; Welk een vonk in die oogen, vol zorgloozen moed, Welk een speelzieke lach op die lipjens zoo zoet, Eer de smarte des levens u griefde! Maar waar was toen die Vreê, die uw harte thands smaakt, Die uw hoofd met haar gloor heeft omtogen; Waar die Kracht, die uw boezem nu nimmer verzaakt, Waar die Hoop, die de blos op uw wangen bewaakt, En de tranen verdrijft uit uw oogen? [pagina 155] [p. 155] Welk een smart voor uw hart, welk een zwaard voor uw ziel, Welk een wolk, welk een nacht op uw paden, Welk een storm op de speelreis der zorglooze kiel, Als uw afgod op eenmaal zijn voetstuk ontviel, Om het ledig van 't hart te verraden! Maar daarna - welk een licht voor 't beneveld gezicht, Welk een balsem voor 't snerpen der wonden, Welk een anker van troost, welk een adem van rust, Als uw lippen de voeten uws Heilands gekust, En uw ziele haar God had gevonden! Vorige Volgende