Korenbloemen(1853)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] Jongelingschap. Treedt vrolijk, treedt met fierheid op, Rechtaarde Jongelingen! En plukt de schoonste rozenknop, Waarvan de dichters zingen. Voor u is 't, dat zy geurt en gloeit, Met droppels van een daauw besproeid, Die op de blaadren wiegelt, Waar zich Gods zon in spiegelt. Treedt vurig op, treedt moedig voort, Van God geschonken Zonen! De lauwer, die uw oog bekoort, Zal u den schedel kroonen; Tast toe hy strekt zich naar u uit Het glinstrend zwaard, de zilvren luit, Zoo machtig in uw vingeren, Wil hy met loof omslingeren. [pagina 148] [p. 148] Treedt lachend op met scherts en zang, En siert de gouden lokken Met eppenloof en wingertrank, Van mirtegeur doortrokken. Gevoelt het bruischen van uw bloed, De spanning van uw kracht en moed, En laat de zucht tot daden Zich in uw blik verraden. Maar houdt uw boezem onbesmet, En treedt op reine wegen, Hebt eerbied voor des hemels wet, Behoefte aan 's hemels zegen; Beheerscht u zelven; hebt de kracht Te huivren, waar de zonde lacht, Den moed om God te vreezen, Om kuisch en vroom te wezen. Vorige Volgende