Korenbloemen(1853)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] Koperen bruiloft. Aan Aleide. Ach melieve! Welk een feest! Welk een vreugde voor de harten, Die in voorspoed en in smarten Steeds gezegend zijn geweest, Door de liefde van dien God, Die de schaal houdt van ons lot. Ach, melieve! welk een dag! Daar we een zestal frissche spruiten In de minnende armen sluiten, Met een stillen dankbren lach, Waar een traan zich meê vereent, 't Lieve jongsken nageweend. [pagina 110] [p. 110] Ach melieve! welk een dank, Welk een schaamrood nederknielen Voor den Herder onzer zielen, Welk een daavrend lofgezang! Hy schonk liefde, en overvloed, Gaven, krachten, troost, en moed. En, te midden van 't genot, Hoeft de boezem voor Zijn ooren Deze bede niet te smooren: ‘Spaar onze echtknoop, machtig God! Spaar de kindren! Schend, o Heer! Onze schoonste krans niet weer.’ 1853. Vorige Volgende