Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Ieder in zijn stand. Een zwaan behoeft zoo wel 't vol aantal van zijn veeren, Een pauw zijn ganschen vederdos. Als 't needrigst vogeltje op uw huisdak en in 't bosch. Niet rijker, wel bezien, zijn ‘groote heeren’ Dan menig eerzaam ‘kleine man’, Die, in zijn stand, er met het zijne komen kan. Vorige Volgende