Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Aan de stichtsche Alma Mater, bij 't intreden van haar LIIIste Lustrum. Die zelf zijn Zestien Lustra telt, Wiens levenspad naar 't einde helt, Voelt nog hoe hem de boezem zwelt, Nu 't, eer de Twintigste Eeuw zich meldt, Uw Twee-en-vijftigst Lustrum geldt En roept u tegen: O veler Voedster, mijn Vriendin, Ga vol van moed en blij van zin, Uw Drie-en-vijftigste feestlijk in! Vervolg uw wegen Met d'ouden roem en nieuwe kracht; Houd bij uw heilig vuur de wacht; En blijf, van na- tot nageslacht, Op 't veld der wetenschap een macht, Mijn vaderland tot eer en zegen. 26 Maart 1896. Vorige Volgende