Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Willem Gerard Brill overleden 26 Januari 1896. aan j.p. hasebroek. Wie 't eerst ons zal ontvaren, Wiens uurtje 't laatste slaat, Dat hangt niet aan de jaren, Maar aan Gods vrijen raad. 29 Juni 1894. Ten dage van het 61ste herinneringsfeest der vrienden W.G.B., J.P.H. en N.B. Het godlijk antwoord is Op de eerste vraag gekomen, Aan onze vriendentrits De dierbare Oudste 't eerst ontnomen; Veel had hij nog te lijden, Veel manlijk door te staan, Veel bangen strijds te strijden, Eer hij ons voor mocht gaan! [pagina 170] [p. 170] Hoe rustig zien onze oogen Thans op zijn rustbed neer! Een stem komt uit den hoogen: ‘Hier ben ik; bij mijn Heer.’ Hoe blijft ons van dat leven Aan Godes hand geleid, Een vriendlijk beeld omzweven Van rijpen ernst en minzaamheid! De krachten en talenten Van zijn verheven geest Zijn rijk en veel geweest, En rijk en veel de renten. Laat nòg begaafder pralen Met schitterender krans: Geen schittering kan halen Bij zijner deugden zachten glans. Haar lichtspoor blijft verlichten, Bij 't dalen van den nacht, De schreden die wij richten Tot daar hij ons verwacht.... Tot weerziens, ons zoo waarde, Zoo nutte tochtgenoot! Wat ons verbond op aarde Reikt over graf en dood. Vorige Volgende