Gedichten. Nog eens winterloof en Dennenaalden(1904)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Gezegende staat. Als, met het leven onder 't hart, Het Moeder-hart Zichzelf gewaar wordt, diep bewogen, Nooit schooner lach om bleeken mond, Nooit dankbrer traan dan in dien stond, In stralende en straks biddende oogen. Het diep geluk maakt haar bedeesd. Zij hoopt, - maar vreest Aan 't zoet verwachten toe te geven. Haar blijdste ontroering maakt haar bangst Maar heel haar wezen is verlangst, En in de Toekomst heel haar leven. Vorige Volgende