Gedichten. Deel 2(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Een lied. Welzalig hij, die Christus heeft gevonden, Wien op zijn weg zijn Heiland is ontmoet; Die bij zijn kruis verlossing vond van zonden, En reiniging in zijn onschatbaar bloed; Die, bij zijn licht, de paden onderscheidt, Waarop zijn God hem bij de hand geleidt! Hem zegent, om den wille van dien bloede, De God zijns heils, zijn schild, zijn zon, zijn lied, Hem werken alle dingen mee ten goede; Ook 't kwaad staat op, maar stoort zijn vrede niet; Een nacht van ramp daalt op zijn wegen neer: Hij wankelt niet; zijn Herder is de Heer. Vorige Volgende