Gedichten. Deel 2(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] Matrozenlied. Wie gaat mee Overzee, Naar Oost-Inje varen? Moetje Hollands driekleurvlag Niet reis volgen, nacht en dag, Over blauwe baren? Wie gaat mee Overzee, Naar Oost-Inje varen? 't Is zoo mooi, zoo ver van wal, In het schuimig waterdal Oost en West te staren. Wie gaat mee Overzee, Naar Oost-Inje varen? 't Is zoo aardig, voor de klucht, Niets te zien dan zee en lucht, Of we meeuwen waren. Wie gaat mee Overzee, Naar Oost-Inje varen? 't Is zoo mooi, zoover van land Hollands vlag te zien geplant Onder veel barbaren. Wie gaat mee Overzee, Naar Oost-Inje varen? Hebje dan geen lust misschien Om de zwartjes eens te zien, Of het nikkers waren. Wie gaat mee Overzee, Naar Oost-Inje varen? Benje in 't eerst wat bang voor 't nat: Als 't wat meer om je ooren spat, Zal dat wel bedaren. Wie gaat mee Overzee, Naar Oost-Inje varen? Wij zijn 't muffe land al moe, Wij gaan naar Oost-Inje toe; Welkom, blauwe baren! Vorige Volgende