Gedichten. Deel 2(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Aan Maria. Heil over 't blij en opgeheven hoofd, En 't vroolijk oog, voor 's levens blijdschap open, Den blijden blik, die liefde en trouw doet hopen, Den blijden lach, die vreugd belooft! Want daar is vrede en helderheid van ziel, Oprechtheid, snel ontwaakt gevoel en goedheid, Tevredenheid bij 's levens leed en zoetheid, Die 't neemt zooals 't den Heer geviel. [pagina 69] [p. 69] Daar schroomt men niet voor 't flikkren van den geest; 't Welriekend kruid der scherts draagt daar geen doren; Waar zij verschijnt, die niet dan liefs doet hooren, Is 't slechts het scheiden dat men vreest. Vorige Volgende