Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Dank aan God dat men lezen leert. Ik breng met hart en tong Mijn dank en prijs den Heer, Dat ik, al ben ik nog zoo jong, Zijn Woord reeds lezen leer. Dat 'k uit dat Woord reeds weet, Dat in een zondig hart De bron ligt van het ware leed En eindelooze smart. Dat 'k, door dat Woord, bevroed, Als ik iets worden zal, Dat mij Gods goedheid leiden moet En helpen overal. Dat mij dat Woord vervult Met dankerkentenis Aan Jezus, die, voor mijne schuld Op 't kruis gestorven is. Dat ik van dag tot dag Van dezen Heiland lees, En zie dat ik Hem naadren mag En volgen zonder vrees. Genadig God, o schenk Dat ik maar meer en meer Met ernst mijn lezen overdenk, En ook betrachten leer! Laat mij geheel verstaan Hoe groot uw goedheid zij, Wat Jezus voor mij heeft gedaan, En wat hij eischt van mij! Vorige Volgende