Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 271] [p. 271] Ons visschersvolkje. - gracili modulatus avenâ - Virgilius. I. Japiks wieg op 't strand geboend. Gens innata salo. Sal genti innatum. Is 't wonder, dat een visschersknaap Der zee zijn hart moet geven? Ze omringt hem reeds in d' eersten slaap En mengt zich met zijn leven. Zijn allereerste legerstee, Het wiegje van den jongen, Het was reeds van de zoute zee, De zoute zee doordrongen. Vorige Volgende