Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Vijfentwintigjarig burgemeesterschap van den Heer Mr. N.P.J. Kien te Utrecht. 1864. Voor de brandweer. De Brandweer, tuk op de eer noodlottig vuur te blusschen, Blaakt zelv' van eedlen gloed, Nu zij den Burgervader groet, Die vijfentwintig jaar gewaakt heeft op 't Stads-kussen. Haar wensch is vurig dat de fakkel van zijn leven Voortbrande stil en klaar, Om onze stad nog menig jaar Het voorrecht van haar licht en warmen gloed te geven. Moog steeds de Burgerij hem eer en dank bewijzen, Getrouw en onverdeeld! En waar men ooit met twistvuur speelt, Daar sta de Brandweer klaar, eer vonk en vlammen rijzen. Vorige Volgende