Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Ongewone gunstbewijzen doen Gods goedheid dubbel prijzen. Als van twee gepaarde schelpen De eene breekt of wel verliest, Nog zal God u kunnen helpen, Mits gij niet voorbarig kiest, Aan een die met effen randen Nog eens juist op de andre past En, gezegend door zijn handen, Lieflijk met haar samenwast. Blijft gij dit onmooglijk keuren Bij de schelpen onzer zeên, Echter laat het God gebeuren Bij die andre, die ik meen. Is dan niet dat tweede trouwen Voller bron van rijk genot, Naar men 't meerder moet beschouwen Als een wonderwerk van God? Werd zijn goedheid nooit vergeten Bij 't genot der eerste min: Hem dit Wonder dank te weten Heeft iets wonder-zaligs in. Beets. 1862. Vorige Volgende