Gedichten. Deel 3(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 172] [p. 172] Scherts. Ongevoelig, ruw, koelbloedig Mag de scherts niet zijn; Vroolijk, vriendlijk en goedmoedig, En niet scherp, maar fijn. 't Lachje, dat zij op doet rijzen, Zij noch wreed noch wrang; Glimlachje op de lip des wijzen, Kuiltje in poezle maagdenwang. Vorige Volgende