De taal. Voorafgaande toelichting.
De Volmaakte Telg der Onbekende, die bij den aanvang van het volgende gedicht, met trekken van schoonheid, aan de oude Indische poëzie ontleend, geschetst wordt, mag aan vele lezers en lezeressen ook zelve wel onbekend zijn! Niemand anders is bedoeld dan Indië's vroegere, schoon niet vroegste, taal, onder den naam van Sanskrita bij de geleerden bekend; welke naam de beteekenis heeft van Volmaakt, Volledig, Afgewerkt, en in later tijden haar gegeven is in tegenstelling van tongvallen, uit hare meerdere of mindere verbastering geboren (Prakriet, Pali).
De Onbekende Moeder had waarschijnlijk haar verblijf gehad in het hart van Azië, benoorden het Himalaya-gebergte; de hoogleeraar Hamaker gist in het oude Sogdiana. Van daar moet de Volmaakte Dochter, aan de hand van den godsdienst der Brahmanen, eerst tot het noorden, en van lieverlede ook tot het uiterste zuiden van Indië zegevierende doorgedrongen zijn: doch geenszins tot altijddurende, noch ook tot eene uitsluitende heerschappij. Om de beeldspraak te laten varen: De Sanskrita taal, welker vroegste gedenkstukken waarschijnlijk derdehalf duizend jaren oud zijn, die reeds vroegtijdig in Indië zelf op wetenschappelijke wijze bewerkt is, en ons eene schoone en rijke letterkunde heeft nagelaten, schijnt omstreeks den tijd der veroveringen van Alexander den Grooten opgehouden te hebben de levende taal van Indië's bewoners te zijn, om voortaan nog slechts in de scholen en werken der geleerden voort te leven. Bij het volk werd zij vervangen door de tongvallen der oorspronkelijke bewoners, die nooit geheel verdrongen waren geworden, maar zich met den woordenschat der Sanskrita hadden weten te verrijken. Het zijn deze spraken, die in het volgende gedicht onder de persoonsverbeelding der ‘Hindoe-dochter, die zich schoon gelooft’ opgevoerd zijn; terwijl, in de eerste twee verzen van de 7de strophe gezinspeeld wordt op den aanmerkelijken invloed, dien de Sanskrita ook op de talen en letterkunde van het oostelijk Azië, met name ook van Java en den Indischen Archipel, gehad heeft.
Met de Sanskrita zijn uit dezelfde Onbekende Moeder voortgegesproten alle talen, die, van Azië uit, geheel Europa vervuld hebben en, in hare hedendaagsche afstammelingen, de Nieuwe Wereld vervullen. De geleerden verdeelen ze onder vijf veeltakkige stammen; als, voor Azië nog, den Medoperzischen of Iraneeschen,