Gedichten. Deel 1
(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend
[pagina 66]
| |
Vriendlijk gloort zijn gloeiend purper,
Knikkende van morgendauw, -
Van zoo'n droppel overtogen,
Blonken me eens twee dierbare oogen
Van nog liefelijker blauw!
't Zonlicht doet den dauwdrop drogen,
Eer de morgen middag wordt, -
Ach, de traan der afscheidsrouwe
Blonk in 't oog der ongetrouwe
Ook zoo lieflijk, ook zoo kort.
|
|