Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende XIII. Eere in ons midden en eere in hun graven, d' Eedlen en braven, Wier wijsheid u bracht op de plaats, die gij siert! Uw roem is hun roem, en hun lust zijn uw gaven. Gelukkig de kiel, door hun handen gestierd! Vorige Volgende