Gedichten. Deel 4
(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekendV.aant.Ontsluit uw poorten, grijze Dom!
Voor die uw koor begeeren.
Die kennis kweekt is wellekom
Bij hen die God vereeren.
Die leering zoekt, die hoort en vraagt,
Zal zich tot deugd bekwamen,
Neemt toe in wijsheid, en behaagt
Aan God en mensch te zamen.
Treedt op, plechtstatig ingeleid,
Waar men uw stem wil hooren,
Die een lofwaardige Overheid
Heeft tot uw ambt verkoren!
Gij de eersten in de eerwaarde rij,
Die altijd aan zal groeien,
En die van eeuw- tot eeuwgetij
Haar stichting zal doen bloeien.
| |
[pagina 274]
| |
Met regen is de maartsche dag
En somber aangevangen;
Maar zie, daar komt een zonnelach
En stemt tot blijde zangen;
Tot zangen, die gebeden zijn,
Ten hemel opgeheven,
Opdat een hooger zonneschijn
Haar warmte en licht moog geven.
|
|