bij de pinken geweest is, zegt men, wanneer hij zich vertoont als het doek gevallen
is. |
Een 't Zoestand, ver beneden het middelmatige. |
Het doek, gordijn of scherm. |
Ze worden warm, 't publiek legt geestdrift aan den dag. |
Hoe is 't voor, is 't goed bezet? |
Op de pit leunen: voorschot vragen, ook ieder woord van den souffleur
afwachten. |
Hij had het op zijn ruiker, hij spant zich méér dan anders in en slooft
zich op de planken uit. |
Daar zou ik wel een vestje van willen hebben. Dat is heel leelijk. |
Groote verzoendag. Dag van betaling. |
Versche waar, nieuwelingen vooral vrouwen. |
Schooltijd, de repetitie. |
Gammer, toejuiching, van iets, wat de artisten leelijk vinden;
(Joodsch) stommelingen. |
Een verstopt Camoug: een onverbeterlijk mensch. (Joodsch.) |
Wat stellen ze aan: uitbundig lachen of applaudisseeren. |
De klap op de vuurpijl is 't hoogste effect. |
Hij is zoo netjes als een varken: erg opgedirkt. |
Geen treurspeltonen, vriend, want dat kan Talma beter, zegt men tegen
iemand, die declameerende zijn rol zegt. |
Een mooi trekje, mislukte scène. |
Een theevisitie, heel slechte opkomst van 't publiek. |
'k Heb er een snee in gegeven: onder het spelen een groote coupure
maken. |
Hij of zij laat zich kappen: te laat komen op repetitie of uitvoering. |
Over de tong kakken: zich verspreken of wartaal zeggen. |
Is de kapper, tooneelmeester, requisiteur of een of ander benoodigd persoon, die geroepen
wordt, niet aanwezig, dan zegt men: plotseling overleden |
Met een haring in z'n mond. Heel zwaar op den souffleur spelen, ook Hengelen. |
1-2 of 3e golf, stumper; omdat onder het doek,
voorstellende de Oceaan, miskende grootheden ofte wel figuranten geplaatst worden, om door
ruggelingsche bewegingen de golven van den Oceaan te vertegenwoordigen. |
Een acteur, die door uitbundig schreeuwen effekt wil sorteeren, roept men tusschen de
coulissen toe: Geeft 'm katoen - of
hij geeft em van draad. |