Vlaamsche Wacht. Red. F. de Potter, uitgever Stepman te Gent. Vierde jaargang.
No. 17, 12 Febr. 1882.
Met moed en degelijkheid blijft de Vlaamsche Wacht waken voor Vlaanderens taal en zeden. Het
eerste artikel ‘Fransch Vlaamsch’ geeft ons eene bespottelijke bijdrage omtrent het verbasterd
Vlaamsch te Kortrijk in 't begin dezer eeuw. ‘Solide tenten waeren geconstruiseert om een
ieder van d' influentien der frissche locht te komen preserveeren. Deeze waren ghedecoreert in
eenen gedistingueerden stijl, met blanke plafonds, cristaele lustres en groenplanten. Den fond
van de eene was gegarniert met diversche analogue trophéen, gesurmonteert met 't waepen van 's
lands augusten monark; d' andere extremiteyt was g'embélisseert door de facade van eenen
tempel, gededieert aan Cupido’. - Doch waartoe dergelijke onzin meer? Verder een artikel
getiteld ‘Moed en volharding,’ waarvan dit staaltje:
‘Droef, als eene moeder droef kan zijn, die om het verlies harer dierbaren treurt, zat eene
reeds bejaarde vrouw te schreien voor hare deur. Blijkbaar was het dat eene innige smart haar
hert doorvlijmde en dat hare edele ziel tegen de angstbarende wisselvalligheden des noodlots
te strijden had. Arme moeder! Eilaas, zij ook, ondanks het edel bloed, dat haar door de aderen
stroomde, zij ook werd het slachtoffer van de nijdigheid en blinderhaat! Jaren en jaren had
zij te strijden tegen roekelooze vijanden, jaren lang werd zij het voorwerp van blinde
kleinachting en vermetele versmading .........
Vlamingen! Herkent gij in dit beeld der bedrukte vrouw onze Moedertaal?’ -
Wij konden ons niet onthouden, het begin en het einde van deze klaagrede, maar tevens
opwekkende woorden, af te schrijven. Zij strekken ten bewijze hoe ernstig de
Vlaamsche Wacht den strijd opvat.